Op 17 juli hebben de NCTV, AIVD en MIVD in gezamenlijkheid het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren gepubliceerd.
Het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren (DBSA) 2025 verschijnt in een turbulente tijd waarin internationale betrekkingen onvoorspelbaarder worden. In de afgelopen twee jaar zijn de statelijke dreigingen richting Nederland en onze belangen op veel vlakken onverminderd sterk aanwezig gebleven en is de dreiging van sabotage toegenomen. Geen van de in het DBSA beschreven dreigingen is afgenomen. De weerbaarheid tegen statelijke dreigingen gaat echter steeds meer gepaard met onzekerheid over de nabije toekomst.
Veranderingen in de mondiale verhoudingen
De machtsbalans in de wereld is aan het veranderen en het is de vraag hoe de wereldorde eruit komt te zien. De tijd waarin liberaal-westerse waarden de boventoon voeren lijkt voorbij te zijn. Landen uit het ‘Mondiale Zuiden’ laten zich minder aan het Westen gelegen liggen en zetten nieuwe instituties en samenwerkingsverbanden op om tegenwicht te bieden aan bestaande politieke invloedsferen. Veranderingen in de wereldorde lijken steeds meer effect te hebben, bijvoorbeeld doordat landen steeds meer bereid zijn om hun macht actief in te zetten om hun belangen te verdedigen bij internationale instituties en samenwerkingsverbanden. Deze veranderingen kunnen grote gevolgen hebben voor
Nederland en onze nationale veiligheid; de openheid van de Nederlandse samenleving, democratie en economie maken ons land kwetsbaar.
Dreiging van statelijke actoren onverminderd aanwezig
Binnen deze veranderingen in de mondiale verhoudingen, bedreigen statelijke actoren de Nederlandse nationale veiligheid op verschillende manieren.i Een directe militaire aanval van Rusland op NAVO-grondgebied is onwaarschijnlijk, maar doordat de tegenstellingen tussen Rusland en het Westen verdiepen is het risico op (onbedoelde) verdere escalatie toegenomen. Rusland voert steeds meer sabotageacties uit om angst en onrust aan te wakkeren in Europa, vanwege de verwachting dat vervolgens de politieke en maatschappelijke bereidheid afneemt om met het land in conflict te
komen. De verwachting is dat zulke acties blijven toenemen, omdat sabotageacties onder de drempel blijven van een militair conflict en daarmee van artikel 5 van het NAVO-verdrag. Rusland kan met sabotageacties haar doelen blijven nastreven, zonder in een daadwerkelijke oorlog met de NAVO te belanden. Fysieke en digitale sabotage kan leiden tot maatschappelijke ontwrichting, ontregeling van vitale infrastructuur, verstoringen van militaire operaties of voorbereidingen daarop en economische schade. Van alle cyberdreigingen heeft digitale sabotage in potentie de grootste impact op de
Nederlandse samenleving.
Veel andere dreigingen zijn onverminderd sterk aanwezig. De dreiging van spionage door landen als China, Rusland en Iran is onverminderd hoog. Daarnaast lijken steeds meer landen te proberen om de Nederlandse samenleving en politieke besluitvorming te beïnvloeden via laagdrempelige, digitale spionage, intimidatie of de verspreiding van desinformatie. Het is mogelijk dat meer landen zulke middelen inzetten als gevolg van de veranderende wereldorde. Ook kan de versterkte Nederlandse inzet op het onderkennen van statelijke dreigingen hebben bijgedragen aan het beter signaleren van zulke dreigingen. Spionage, laagdrempelige verstoringsaanvallen, transnationale repressie en ondermijnende beïnvloeding kunnen gevoelens van onrust en onveiligheid aanwakkeren binnen diasporagemeenschappen of breder in de samenleving. Zulke acties zijn ondermijnend voor de sociale en politieke stabiliteit.
De economie is sterk verbonden met geopolitiek. Strategische afhankelijkheden worden ingezet als politiek of economisch drukmiddel. Steeds meer landen voeren een protectionistisch economisch beleid met handelsbarrières en beperking van handel in technologische kennis en goederen. De inzet van economische instrumenten door statelijke actoren kunnen grote gevolgen hebben voor Nederland. Op korte termijn kan het leven duurder worden door handelsconflicten, exportrestricties of verhoogde energieprijzen.
Daarnaast blijft de dreiging van ongewenste overdracht van kennis en technologie onverminderd hoog. Door ingestelde sancties zoeken statelijke actoren alternatieve manieren om aan technologische kennis te komen, waarvoor ze eerder gebruik maken van heimelijke verwerving. Wanneer andere landen via (heimelijke) verwerving over dezelfde technologische kennis als Nederland beschikken, dan kan op de langere termijn onze koploperspositie in bepaalde technologische domeinen teruglopen of kan het
concurrerend vermogen van Nederlandse bedrijven structureel afnemen. Bovendien kan het andere landen militair sterker maken waardoor de effectiviteit van onze krijgsmacht zal afnemen.